Vrijheid is niet vanzelfsprekend
Ik heb de vrijheid om te zeggen en schrijven wat ik denk. Ik heb de vrijheid om op Twitter mijn ongenoegen te uiten over het uitblijven van een passende reactie van het Hoogeveense college van Burgemeester en Wethouders op de verschrikkelijke aanslag in Parijs. Een aanslag op de fundamenten van onze zwaar bevochten democratie. Zware woorden? Dat mag u vinden, in alle vrijheid.
Burgemeesters van de grote steden in Nederland stonden gisteren op als hoeders van de democratie. Ze kondigden protestbijeenkomsten aan en in één adem riepen ze hun collega’s elders in het land op hetzelfde te doen in hun gemeente. Het Genootschap van Burgemeesters heeft alle burgemeesters in Nederland per e-mail gevraagd in hun gemeente een bijeenkomst uit te roepen. Het is de vrijheid van een burgemeester en een college om daar geen gehoor aan te geven. Maar het is mijn vrijheid om te zeggen dat de houding van het Hoogeveense college mij erg teleurstelt.
Maandag voelde ik me aangesproken door de nieuwjaarstoespraak van de burgemeester van Hoogeveen. Vooral dit gedeelte sprak me aan:
“Ook wij kennen angst hedentendage. Angst voor bedreigingen van buiten. Terroristische dreiging. Angst voor spanningen aan de grenzen van de NAVO. Angst voor extremisme in verschillende vormen. Angst voor het onbekende… Blijf vertrouwen op de kracht van onze democratische rechtstaat. Blijf vertrouwen op de veerkracht van onze normen en waarden. Blijf vertrouwen in het positieve en de kracht van mensen. Ik heb er vertrouwen in dat ons dat gaat lukken.”
Op Twitter liet ik me lovend uit over de toespraak. Er werd op mijn tweet gereageerd dat de toespraak uit open deuren en tegeltjeswijsheden bestond. Dat mag, in alle vrijheid.
En toen was daar die terroristische aanslag. Daar was die poging onze vrijheid het zwijgen op te leggen.
Burgemeester Marco Out van Assen riep gisterenavond via Twitter op met hem naar de Brink te komen voor een spontane bijeenkomst, vandaag om 18.00 uur. Vanuit het Hoogeveense bestuur bleef het stil gisteravond. En vanochtend. En vanmiddag. Pas aan het eind van de middag kwam er een verklaring. Niet van de burgemeester zelf, niet van een wethouder, maar uitgegeven door de afdeling communicatie.
Een fragment: “‘We zien het belang van een protestdemonstratie zeker in. Maar wij menen dat één grote demonstratie meer impact zal hebben dan meerdere kleine acties’, aldus het college. B&W roept mensen op aan te sluiten bij bestaande protestdemonstraties.”
Een onderschatting van de werkelijkheid. Juist nu had ons bestuur een voortrekkersrol moeten vervullen en op moeten staan.
En dus ging ik vanavond naar Assen. Zo’n driehonderd mensen luisterden naar korte toespraken van burgemeester Out, een dominee en een vertegenwoordiger van de Asser moslimgemeenschap. Het grootste applaus viel de laatste spreker ten deel.
Na afloop bleef de meerderheid staan en met elkaar in groepjes napraten. Als ze hoorden dat ik uit de gemeente Hoogeveen kwam, was ongeloof mijn deel. Waarom ‘we’ niets deden, werd mij gevraagd. Normaal ben ik er trots op dat ik in Hoogeveen woon en mag ik dat graag uitdragen. Vandaag was dat even wat minder het geval. Dat voelt niet goed.
Niet alleen in Assen, ook in Emmen, Meppel, Coevorden en Zuidwolde waren bijeenkomsten. Net als in zoveel andere plaatsen in Nederland en de rest van Europa. Ik blijf het optreden (of beter: het niet optreden) van ons college teleurstellend vinden. De vrijheid om dat zeggen, pakt niemand mij af.
Als de vrijheid van het woord sterft, sterft de democratie.