Door Inge Oosting op 5 december 2012

Visie uit de fractie

Wat ga je doen met een miljoen?

Inge OostingEen vraag die veel mensen de komende tijd weer aan elkaar stellen met de oudejaarsloterij, de extra lotto’s en kraskaarten kersteditie op komst. Deze vraag staat in schril contrast ten opzichte van het landelijk thema de komende week. Hoezo armoede? Zoals u weet is het minimabeleid een onderwerp dat mijn hart sneller doet kloppen, in onze nieuwsbrieven heeft u al eens kunnen lezen dat dankzij het voormalig kabinet Rutte de normering is verlaagd van 120 naar 110 % van de bijstandsnorm, begin dit jaar hebben we aandacht besteed aan de opening van de kledingbank in Hoogeveen. Komende week zal onze fractie praten over armoede in de uitzending van Radio Hoogeveen.

Participatiebevordering
Bij het behandelen van de begroting in de gemeenteraad heeft de fractie van de PvdA het College opgeroepen om de mogelijkheden te onderzoeken die het regeerakkoord biedt wat betreft verruiming van het minimabeleid. Bij minimabeleid gaat het niet alleen om inkomensondersteuning, maar ook om participatiebevordering. En zeker de participatiebevordering is voor kinderen van groot belang. Dat vrouwen hierin een belangrijke rol vervullen bleek afgelopen week maar weer eens.

In gesprek met bewoners
Regelmatig, we zouden graag nog vaker willen, zoeken wij contact met bewonersgroepen. Afgelopen woensdag waren wij te gast bij een groep vrouwen ergens in Hoogeveen. U zult wel denken ‘ergens in Hoogeveen?”. Gezien de gevoeligheid van het onderwerp, is de locatie nu even niet van belang, maar de inhoud des te meer. Dankzij de samenwerking van deze groep vrouwen worden er weer een aantal activiteiten in de buurt uitgevoerd. Zij geven hiermee een statement af, en zijn daardoor een voorbeeld voor de overige buurtbewoners en natuurlijk voor hun kinderen, onder het motto samen sta je sterk.

Openheid
Meestal wordt er bij dergelijke gesprekken een kort voorstelrondje gehouden. Dit keer was er een langer voorstelrondje waar wij zelf het initiatief toe hebben genomen. Als je openheid vraagt over een gevoelig onderwerp zoals het minimabeleid, moet je zelf ook open zijn. Dan vertel je elkaar hoe je heet, je leeftijd, waar kom je vandaan, of je kinderen hebt, hoe is je thuissituatie, heb je betaald werk of doe je vrijwilligerswerk en ga zo nog maar even door. Ik had zelf hoge verwachtingen van dit gesprek, en die zijn zeker uitgekomen. Wij zijn goed geïnformeerd door deze groep vrouwen die allemaal wel eens in aanraking zijn geweest, of nog zijn met het minimabeleid. En dat willen wij graag, niet alleen het minimabeleid behandelen op papier, maar ook horen en zien hoe het is in de praktijk, zodat we dat weer mee terug kunnen nemen naar de Raadszaal. Onze fractievoorzitter noemt dat het ‘veldwerk’.

Hoe is dat?

Hoe is dat als je man werkloos is en al twee jaar solliciteert maar nog steeds geen werk heeft, maar jij zelf ook niet ? Hoe voelt het als je moeder bent van drie kinderen en een pakket van de voedselbank krijgt? Hoe is dat als je iedere keer werkt voor een uitzendbureau maar door te weinig dagen steeds onder het minimum blijft? Wat zeg je als je kind graag iets wil omdat de andere kinderen dat ook doen? Wat moet je doen als je hierdoor of hiermee ook nog psychische problemen krijgt? En wat ga je doen als je het voor je kind graag anders wilt?

Eigen verhaal
Iedere moeder heeft haar eigen verhaal, want geen enkele thuissituatie is gelijk. En omdat iedere vrouw haar verhaal doet, roept dat vragen en reacties bij elkaar op. Dat is goed, want daardoor wordt het bespreekbaar en dan blijkt dat je niet de enige bent, je staat dus niet alleen. De laatste vraag wat ga je doen als je het voor je kind graag anders wilt. Dat volstaat niet met wat ga je doen, maar het gaat ook om wat wil je doen en wat kun je doen. Dat kan heel lastig zijn, zeker bij een steeds verdergaande vermagering van het minimabeleid, of moeten we het zo langzamerhand gaan hebben over armoedebeleid. Een term die we de laatste decennia eigenlijk niet meer hebben gehoord, maar inmiddels overal opduikt. En inderdaad het probleem is meer aanwezig in de wijken of dorpen waar het gemiddelde inkomensniveau, en het daar vaak aan gerelateerde opleidingsniveau lager is. Volgens een van de moeders is het zo dat de omgevingsfactoren ook bepalend zijn voor je kind, en dat klopt. Ze was voor zichzelf tot de conclusie gekomen dat bij de fasering naar de volwassenheid de jeugd deels werd overgeslagen. De omgevingsfactoren brachten een snelle overgang van kindertijd naar volwassenheid met zich mee. Ik vond het knap dat ze dat wist te benoemen, en heb gevraagd hoe ze dat dan ging doen met haar eigen kind. En die vraag raakte haar, want ze wil het anders maar ze weet zelf ook nog niet goed hoe. Haar dochter is twee, ze moet er nu al mee beginnen.

Wat kunnen we doen?
Soms ontstaan financiële problemen door eigen schuld, maar vaak wordt dit veroorzaakt door een stapeling van omstandigheden waar je niet altijd het vermogen voor hebt om invloed op uit te oefenen. Het maakt voor een kind een wereld van verschil voor nu en later of er uitzicht is op verbetering of dat het thuis nooit anders gaat worden. Wat kunnen wij doen? Ik stel mezelf deze vraag steeds opnieuw, want het kan ons allemaal overkomen. De ene moeder is gebaat bij een voedselpakket, de andere moeder bij een goed gesprek of wat extra ondersteuning bij het zoeken naar werk. Zij willen de volgende keer graag langer praten, en wij ook! We mochten niet zo lang wachten……

Wordt vervolgd…