Nota volksgezondheid ziet wat pips
In de raadsvergadering van 1 oktober werd de nota volksgezondheid besproken. De nota is een uitvloeisel van de Wet publieke gezondheid en geeft een beeld van de gezondheid van de Hoogeveners en het beleid van de gemeente. Conclusie van de PvdA: de Hoogeveense nota volksgezondheid ziet wat pips en kan wel wat gezonde injecties gebruiken.
Er zijn zeker positieve ontwikkelingen te signaleren. Het aantal kinderen dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen is bijvoorbeeld gestegen van 9 naar 18 procent en ligt nu boven het landelijk gemiddelde (12 procent). Dit is te danken aan de inzet van sportfunctionarissen, waar de PvdA altijd een groot voorstander van is geweest.
Aan de andere kant: 82 procent van de kinderen in Hoogeveen beweegt onvoldoende. Meer inzet van meer sportfunctionarissen lijkt gewenst. Het college van B&W geeft in de nota echter aan dat het niet van plan is meer geld uit te trekken om de gezondheid van Hoogeveen te bevorderen. Een onjuist uitgangspunt wat de PvdA betreft. Nu investeren in een goede gezondheid kan later veel geld besparen (zorgkosten, woningaanpassing, …).
Geen koploper
Andere goede ontwikkelingen zijn:
- de eerste basisscholen hebben het vignet gezonde school behaald;
- er is aandacht voor seksuele diversiteit;
- binnen het voortgezet onderwijs draait het preventieprogramma ‘De Gezonde School en Genotmiddelen’.
Wat de PvdA betreft, ademt de nota te weinig ambitie uit. Termen als “vervolg op ingezette koers”, “we bouwen voort” en “we sluiten aan bij” klinken niet daadkrachtig. De gemeente Hoogeveen is geen koploper als het gaat om de preventie en het stimuleren van gezond gedrag. Neem bijvoorbeeld ouderen. In Hoogeveen wordt veelal (goed) gereageerd als er problemen zijn, maar andere gemeenten stappen proactief naar voren om problemen te voorkomen. Zij doen aan vroegsignalering, bijvoorbeeld door alle senioren thuis te bezoeken.
Meer preventie
De Wet publieke gezondheid laat een gemeente vrij zelf doelgroepen te bepalen. Hoogeveen kiest voor jongeren en ouderen. Die keuze líjkt begrijpelijk. De jeugd heeft de toekomst en voor onze ouderen moeten we goed zorgen. Daarbij wordt voorbijgegaan aan de grootste levensfase: volwassenheid. Ook hier staat de gezondheid vaak sterk onder druk. In de raadsbijdrage heeft de PvdA diverse actuele voorbeelden genoemd. Zo is het aantal Drentse volwassenen dat de norm voor gezond bewegen haalt, gedaald van 50 naar 44 procent. Landelijk ligt dit percentage op 65 procent!
In de nota schrijft het college dat gezondheid je eigen verantwoordelijkheid is. De PvdA neemt afstand van deze uitspraak. Ook in een welvarend land als Nederland is een goede gezondheid geen vanzelfsprekendheid. Je gezondheid wordt mede bepaald door je sociaal economische status. Dat blijkt onder meer uit de volgende cijfers:
- laag opgeleide mensen leven 20 jaar minder in goed ervaren gezondheid dan hoog opgeleide mensen;
- laag opgeleiden leven 15 jaar minder zonder beperkingen dan hoogopgeleiden;
- en tenslotte: laag opgeleide mensen sterven 7 jaar eerder dan hoog opgeleide mensen!
Schokkende cijfers die ons blijven motiveren te strijden voor meer preventie en voorlichting.